Het verkiezingsprogramma in de praktijk
Wanneer de gemeenteraadsverkiezingen weer in zicht komen, is het verstandig om ruim op tijd het verkiezingsprogramma vorm te geven. Een paar goede tips uit de praktijk kunnen je hierbij goed op weg helpen. Twee lokale politici vertellen over hun ervaringen met het samenstellen van hun verkiezingsprogramma’s.
Twan van Bronkhorst
Wethouder (Gemeente Wijchen)
“Als inwoner van één van de kerkdorpen maak ik de afgelopen 15 jaar deel uit van de gemeenteraad van Wijchen. Inmiddels heb ik veel ervaring opgedaan in een leuke omgeving waar een breed pakket aan onderwerpen voorbijkomt.”
Judith van den Wildenberg
Fractievoorzitter Burger Initiatief (gemeente Barneveld)
“Ik houd van mensen en vooral van diegenen die minder gemakkelijk in het leven uit de voeten kunnen. Die geef ik graag een steuntje in de rug. Politiek doe ik dat sinds 2014. Mijn werk varieert, van docent drama tot journalist, van chauffeur groepsvervoer tot medewerker GGD.”
Hoe ziet het proces van het maken van het verkiezingsprogramma er voor jullie uit?
Twan: Begin maart is een programmacommissie gevormd die een grove opzet als concept. De programmacommissie bestaat uit vier leden. Een speciaal hiervoor opgerichte achtkoppige klankbordgroep kijkt met de programmacommissie mee. De grove uitwerking gaat langs fractie, bestuur en achterban. Input word ook opgehaald aan de keukentafel en vanuit ons lokaal netwerk. Uiteindelijk nemen de leden een definitief besluit over het programma.
Judith: Wij zijn een kleine partij met een goedwillend, maar niet politiek bestuur. We maken een lijst van onze successen. We lezen de oude verkiezingsprogramma’s. Wat past nu nog bij ons en wat niet? Waar gaan we onze accenten op leggen? Ook kijken we bij lokale partijen in andere gemeentes. En in de afgelopen periode hebben we nu en dan een workshop of cursus bijgewoond van de Gelderland Academie en het Kennispunt Lokale Partijen. Al rijpende zetten we onze gedachten op papier en ik moet eerlijk zeggen dat ik dat vooral doe. Als het wat ‘body’ heeft, delen we het met onze fractievolgers en bestuursleden. Als we een duidelijk verhaal op papier hebben, gaan we daarmee ook naar onze achterban en dan schaven, beitelen en modelleren we verder. Veel denken, veel lezen, veel praten en uiteindelijk veel schrijven en schrappen dus.
Stelling:
“In een verkiezingsprogramma moet een partij over alles een mening hebben.”
Twan: Een doel stellen is iets anders dan een mening hebben.
Judith: Dat hoeft niet in het verkiezingsprogramma. De vorige keer hadden we een kort programma met vooral punten die voor ons belangrijk zijn. We hadden dus accenten gelegd. Het was even zo goed nog een hele lijst, maar toch. We kregen daar ook positieve reacties op. In de debatten moet je wel overal een mening over hebben, dus je moet meer weten dan in je verkiezingsprogramma staat. Dat geldt trouwens voor al je partijleden. Want op straat, in de supermarkt en in de kroeg of waar je ook maar mensen ontmoet, moet je wel het gesprek met de kiezer aan kunnen gaan.
Wat is onmisbaar in een goed verkiezingsprogramma?
Twan: Een terugblik op afgelopen periode. Je kan van alles beloven, maar laat vooral zien wat je hebt bereikt. Dit telt zowel voor oppositie- als coalitiepartijen.
Judith: Duidelijke taal is voor ons een eerste vereiste. Geen vage en wollige bewoordingen of politiek jargon waar je ongemerkt zo snel in vervalt. Daarnaast een duidelijke boodschap in drie punten, waarin je onderscheidend bent van andere partijen zonder ze naar beneden te halen of je tegen ze af te zetten. En dat alles in een positieve en opgewekte toon die past bij onze partij.
Hoe zorg je ervoor dat het verkiezingsprogramma aansluit bij je waarden als partij?
Twan: We maken het van begin tot einde bespreekbaar in de partij en schaven bij tot een meerderheid zich erin kan vinden.
Judith: Door steeds te checken bij de mensen om je heen, ook bij mensen die niet van je partij zijn. Klopt het wat ik opschrijf bij het beeld dat je van ons hebt? We gaan ook proberen om, net als de vorige keer, een klankbordgroepje te maken dat zich echt concentreert op het verkiezingsprogramma en input levert.
Stelling:
“Niemand leest het verkiezingsprogramma, dus dat heb je ook helemaal niet nodig als partij.”
Twan: Onzin! Niet iedereen zal even enthousiast zijn, maar inwoners moeten wel weten waarop ze stemmen. Het spoorboekje voor de komende vier jaar wordt regelmatig aangehaald wanneer bepaalde thema’s op de agenda staan.
Judith: Dat is niet helemaal waar, maar de doorsnee mens leest het niet. Wel alle politieke mensen: je ‘tegenstanders’, de journalisten, mensen met grote politieke belangstelling. En niet altijd met een open mind, vaak om kritische vragen te stellen over wat je nu wilt. Daarom moet het duidelijk zijn en bij jou passen, anders kun je het echt niet uitleggen en/of verdedigen. Lezers kunnen wel geraakt worden door de toon. Als journalist had ik vaak teksten waar mensen opgewekt van werden. Dat valt in de politiek niet mee, maar in de debatten lukt het me toch regelmatig wel. Als ik een glimlach op het gezicht van de lezer kan toveren, dan kom ik al een heel eind.
Hoe zorg je ervoor dat je je onderscheidt van andere partijen met vergelijkbare standpunten in je gemeente?
Judith: Dat is niet eenvoudig, temeer als je een positieve grondhouding wilt uitstralen. Het zit dan ook in de keuze van je woorden. In elke raadsvergadering horen wij dat we een persoonlijke aanpak hebben. Die toon proberen we ook in het verkiezingsprogramma te houden. Dus heel dicht bij jezelf blijven en vooral geen politiek jargon gebruiken of mooie zinnen maken, maar vertellen alsof je met de buurvrouw erover praat. Dat is onze kracht, dat moeten we dan ook vasthouden. Maar er zijn tal van valkuilen. Daarom is het ook zo goed als anderen van buiten je partij meelezen: klinkt dit zoals wij zijn?
Twan: Dat is inderdaad lastig. Iedere partij heeft per slot van rekening een doel, het beste voor je gemeente. Een eerlijk, realistisch en uitvoerbaar verhaal is belangrijk.
Stelling:
“Mijn standpunten zijn vrijwel hetzelfde als bij de vorige verkiezingen, dus we kunnen grotendeels hetzelfde programma gebruiken.”
Judith: In de basis is dat waar, maar je moet je verkiezingsprogramma altijd updaten. Bovendien zijn de afgelopen jaren in onze gemeente niet eenvoudig geweest. Deels door zaken die het hele land aan zijn gegaan: Corona en alle gevolgen daarvan, maar ook de ontwikkeling van de RES en de klimaatdoelstellingen. Het enorme huizentekort en hoe dat schuurt met de wens om een dorp te blijven. Maar zo is er altijd wat. In vier jaar gebeurt er veel, dus je kunt niet zomaar je verkiezingsprogramma van de vorige keer overnemen. Wat echter wel blijft, zijn de waardes waar je voor staat en die kun je na elke periode misschien wel beter en duidelijker verwoorden.
Twan: Eens met Judith, de wereld staat niet stil en onderwerpen zullen worden geactualiseerd.
Hoe breng je het verkiezingsprogramma naar de kiezers?
Judith: Wij hadden de vorige keer een A5’je met onze belangrijkste punten aan de ene kant en een foto aan de andere. Dat is ons goed bevallen en dat hopen we weer te doen. Het grote programma staat op de site. We zetten Facebook in en proberen via de krant aandacht te krijgen. Daarnaast is het tijd investeren: tijd om te praten met mensen en groepen. We hebben geen ruim budget dus we moeten het heel creatief doen: klein maar fijn, net zoals onze partij is.
Twan: Wij organiseren een aantal partijbijeenkomsten, voeren natuurlijk campagne en maken gebruik van sociale media, onze website en de pers.
Stelling:
“Hoe het eruit ziet, is belangrijker dan de inhoud van het programma.”
Twan: Beide zijn belangrijk, een saai boekwerk zal niemand lezen. Helder, krachtig, illustraties en duidelijke tekst zijn wel van belang. Verder moeten inwoners zich herkennen in een duidelijk en eerlijk verhaal.
Judith: Het oog wil zeker wat! Maar er mooi uitzien zonder inhoud, daar kijken mensen snel doorheen. En je kunt gebrek aan inhoud niet verbergen in een mooie cover. Mooi is overigens een rekkelijk begrip. Probeer wel om je verkiezingsprogramma er verrassend uit te laten zien.
Tot slot: wat is jouw beste tip voor het opstellen van het verkiezingsprogramma?
Twan: Maak hoofdstukken op thema die je kort en bondig uitdiept, maak het leesbaar en voeg foto’s toe.
Judith: Begin op tijd. Gebruik zo min mogelijk tekst, dus schrap, schrap en schrap. Begin nog eerder. Wees eerlijk. Wees jezelf.
…En wat moet je absoluut niet doen?
Twan: Populisme bedrijven.
Judith: Zeker geen grote lappen tekst maken. Loze beloftes doen. Politiek jargon gebruiken.